, [2005], 256-275 Analysis of Matthew 16:13-19: New Testament Prosaic Dialog
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Ik zal u geven de [18]sleutelen van het Koninkrijk der hemelen; en [19]zo wat gij zult binden op de aarde, [20]zal in de hemelen gebonden zijn; en zo wat gij ontbinden zult op de aarde, zal in de hemelen ontbonden zijn. 18. Dat is, een geestelijke macht, om van Gods wege en in Christus naam te verkondigen den gelovigen en boetvaardigen vergeving hunner zonden, en dat zij deel hebben aan het rijk Gods, en hetzelve door de heilige sacramenten aan hen te verzegelen. En daarentegen, de ongelovigen en onboetvaardigen, dat zij geen deel hebben aan de vergeving der zonden en het rijk Gods, en daarom hen van het gebruik dezer sacramenten te weren en uit te sluiten: welke macht de gemeente, hfdst.18 vs.18, en al den apostelen, Joh.20:21, ook gegeven wordt. Zie 2 Kor.10:8. 19. Namelijk naar Christus' bevel en voorschrift. 20. Dat is, God zal voor vast en bondig houden hetgeen alzo naar zijn bevel door zijn dienaar gedaan zal zijn.